top of page
Printing Machine Ink

Druktechnieken

Boekdruk

In 1439 werd door Johannes Gutenberg de boekdrukkunst uitgevonden. Hij goot loden letters met behulp van matrijzen. In Nederland startte Nicolaas Tetterode als eerste een lettergieterij. Deze firma groeide uit tot Lettergieterij Amsterdam NV en werd later handelaar en importeur van drukpersen. Deze boekdrukkunst is tot op de dag van vandaag nog altijd bekend en wordt ook nog steeds toegepast.

Tot ver na de tweede wereldoorlog werden er in bijna alle drukkerijen nog gebruik gemaakt van het drukken met loden letters en vormen. 

Er bestaan nog enkele kleine (hobby)drukkerijen in Nederland die deze techniek, op speciaal verzoek, toepassen. 

AdobeStock_79869329.jpeg

Offset

Vandaag de dag is de offsettechniek de meest bekende en ook de meest gebruikte druktechniek voor vele grafische producties zoals visitekaartjes, posters, kranten, en boeken. De naam offset dankt zijn naam aan de indirecte vorm van drukken. Er wordt immers niet direct van de drukvorm op het papier afgedrukt maar met tussenkomst van een extra cilinder.

De drukvorm hierbij bestaat uit een dunne aluminium plaat waarop via fotografische weg en tegenwoordig vaak via digitale weg het beeld op wordt aangebracht. Dit beeld is leesbaar positief. Deze offsetplaat wordt opgespannen op een plaatcilinder in de drukpers. Om een afdruk te krijgen moet de plaat worden bevochtigd en ingeïnkt., Dat gebeurd door middel van vochtrollen en inktrollen. Hiervan zitten er meerdere in een drukpers om de inkt goed te verdelen over de rollen en deze vervolgens goed aan te kunnen brengen op de drukplaat. 

Waar het beeld op de plaat zit wordt het vocht afgestoten en de inkt aangenomen. Waar geen beeld zit wordt juist het vocht aangenomen en de inkt afgestoten. Zo wordt alleen het beeld op de offsetplaat ingeïnkt. 

De offsetplaatcilinder zet de afdruk over op een rubberdoekcilinder. Deze cilinder is bekleed met een flexibele plaat met daarop een dunne laag rubber. Op deze cilinder is het beeld onleesbaar positief. 

Tenslotte wordt het papier aangevoerd op een tegendrukcilinder alwaar de afdruk op het papier wordt afgedrukt. Deze afbeelding is leesbaar positief. Een drukgang is daarmee voltooid. Voor elke kleur is een drukgang nodig. Bij full colour drukwerk zijn dus vier drukgangen nodig. Vandaag de dag is veel drukwerk full colour en zijn drukpersen standaard ingericht met de kleuren zwart, cyaan, magenta en geel.

drukpers color web_edited.jpg

Zeefdruk

Bij zeefdruk wordt gebruik gemaakt van een raam, meestal van aluminium met daarin een fijnmazig gaas van nylon. Via fotografische weg wordt er een beeld in het gaas aangebracht. Na ontwikkeling wordt het deel van waar het beeld zit open. De zogenoemde "emulsie" die er in het nog ontwikkelde deel zit wordt er eenvoudig met water uit gewassen. Dat deel is nu open en daar kan de inkt doorheen worden gedrukt. Op de zeef wordt wat inkt aangebracht met een dikte van yoghurt en met een zogenoemde rakel die bestaat uit metalen houder en een rubbervlak wordt de inkt gelijkmatig over de zeef verspreidt. Met enige subtiele kracht van de drukker wordt de afbeelding op die manier overgedragen. Zeefdruk wordt vaak toegepast bij kunstdruk zoals het vervaardigen van litho's of het bedrukken van T-shirts. Al zijn voor dat laatste ook weer andere technieken bedacht zoals transfereren waarbij afdrukken op speciaal papier door middel van warmte worden overgebracht op textiel.

AdobeStock_422632994.jpeg

Diepdruk

In tegenstelling tot boekdruk (of hoogdruk) wordt diepdruk doorheen de geschiedenis vooral gebruikt voor het reproduceren van afbeeldingen. Zoals de naam het zegt, ligt bij diepdruk het af te drukken beeld dieper in de drukvorm. Die drukvorm is meestal een zachte metalen plaat, zoals koper of zink. Het beeld kan je op verschillende manieren aanbrengen. Bij een gravure steek je met een burijn de lijnen uit of je krast ze met een naald. Voor een ets wrijft de kunstenaar een koperen plaat in met was.

Hij brengt de tekening aan door de was op sommige plaatsen weg te schrapen. Vervolgens dompelt hij de plaat onder in een bad met zuur, zodat er diepere groeven ontstaan. De drukker brengt inkt aan op de drukplaat en slaat ze daarna af, waardoor er enkel in de groeven inkt achterblijft. Het papier wordt nu met grote kracht tegen de drukplaat geperst en neemt de inkt op. Een nadeel bij diepdruk is dat je van één drukplaat slechts een beperkt aantal afdrukken kan maken. Oude etsen zijn dan ook zeer zeldzaam.

 

AdobeStock_241123533.jpeg
bottom of page